S. Ph. De Vries, joodse riten en symbolen, [2008], 38 Aan Aron en zijn zonen is in IV Mozes 6, 23 de plicht opgelegd om een zegen over de kinderen Israels uit te spreken. De bepaalde Zegen. De zegen, die daar in de volgende drie verzen woordelijk wordt genoemd: 'God zegene en behoede u. God late Zijn aangezicht naar u stralen en geve u Zijn genade. God wende Zijn aangezicht u toe en verlene u vrede.' Bij welke gelegenheid of gelegenheden zij die zegen moeten zeggen, staat er niet bij. Dat werd derhalve als bekend ondersteld. En hier kunt ge weer een bewijs aantreffen, dat het Schriftwoord stilzwijgend uitgaat van reeds bekende en aanvaarde zaken en dus aan een bestaande traditie en aan in zwang zijnde gebruiken aansluit. Het ligt voor de hand, dat de zegeningsplechtigheid bij godsdienstige samenkomosten in het Heiligdom geschiedde en het onderdeel of slot van de een of andere dienst uitmaakte.
, [], While excavating a burial tomb near Jerusalem in 1979, Gabriel Barkay uncovered the oldest known copy of Old Testament scripture. The priestly blessing, recorded in Numbers 6:24-26, was discovered on two small silver scrolls dated to the 7th century B.C.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE [35]doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! 35. Het aangezicht Gods betekent zijn voorzienigheid en tegenwoordigheid, om te straffen of te zegenen. Van het aangezicht der straf, of wraak, zie Lev.17:10; Ps.34:17, en Ps.51:11. Van het aangezicht der gunst en zegening is hier gesproken, als ook 2 Kron.30:9; Ps.13:2, enz. God wordt gezegd zijn aangezicht te doen lichten, als Hij zijn genade, zegen en weldadigheid dadelijk bewijst, Ps.31:17, en Ps.80:4,8,20, en Ps.119:135, en Dan.9:17.